Bibliotheek
Op deze pagina vind je veelgestelde vragen over auteursrechten en media- of bibliotheek.
Diegene die het auteursrecht bezit moet hiervoor toestemming geven. Het auteursrecht op het onderwijsmateriaal ligt bij de werkgever (de hogeschool / universiteit) als het onderwijsmateriaal betreft dat is gemaakt in dienst van de hogeschool / universiteit. De werkgever zal in dat geval moeten aangeven hoe zij hiermee wil omgaan. Dit kan per werkgever verschillen.
Nee, voor opname van artikelen in de repository van de instelling is toestemming van de auteur nodig of van zijn uitgever als hij deze rechten heeft overgedragen.
Hiervoor kan de instelling gebruik maken van het standaard ‘Toestemmingsformulier tot opname en beschikbaarstelling afstudeerscriptie in een digitale kennisbank’.
Nee, voor opname van preprints in de repository van de instelling is toestemming van de auteur nodig.
Nee, een kopie maken mag alleen voor eigen gebruik. Alleen als iemand werkzaam is in een bibliotheek en de kopie maakt in opdracht van degene die de kopie wil gebruiken voor eigen oefening, studie of gebruik is het toegestaan als derde een kopie voor iemand anders te maken. In alle ander gevallen is dit alleen toegestaan aan de auteursrechthebbende. Je mag een digitale kopie (PDF) dus ook niet doorsturen aan een medestudent.
Betreft het privégebruik, dat wil zeggen alleen voor eigen oefening, studie of gebruik, dan is het toegestaan. Betreft het een bibliotheek, die het in opdracht doet voor degene die de kopie wil gebruiken voor eigen oefening, studie of gebruik, dan is het toegestaan. Voor verdere verspreiding van een gescand artikel is toestemming van de maker nodig.
De hier bedoelde foto’s of dia’s zijn vaak gekopieerd of gescand uit boeken. Op basis van de onderwijsbeperking (uitzondering 2 voor het onderwijs) mag men die kopiëren en openbaar maken ter toelichting bij het onderwijs, mits de rechthebbende een billijke vergoeding ontvangt. Ook het aanleggen van een collectie foto’s of dia’s voor gebruik in het onderwijs is wellicht toegestaan op grond van deze beperking, bijvoorbeeld als de collectie speciaal voor studenten is gemaakt om ‘plaatjes te stampen’ (bijvoorbeeld voor kunstgeschiedenis). Volgens de onderwijsbeperking mogen in een compilatiewerk (waar een collectie ook onder kan vallen) slechts enkele werken van een en dezelfde maker worden opgenomen.
Is de collectie opgebouwd voor docenten, zodat die er voor hun onderwijs incidenteel uit kunnen putten, dan is een beroep op de onderwijsbeperking voor de mediatheek misschien minder goed te verdedigen. In dat geval is wellicht wel vooraf toestemming van de rechthebbenden nodig voor opname van hun werken in de collectie (of databank). Een speciale uitzondering geldt voor de collectie van een bibliotheek van een onderwijsinstelling: die mag werken uit de eigen collectie openbaar maken op een intranet dat alleen binnen de eigen muren te raadplegen is. Ook een collectie foto’s of dia’s die een bibliotheek legaal heeft verkregen, bijvoorbeeld door aankoop, mag dus op die manier beschikbaar worden gemaakt.
Voor 2004 was het instellingen en bedrijven nog toegestaan om een (al dan niet digitale) kopie voor eigen gebruik voor de werknemers te maken (in de praktijk vaak ‘reservekopie’ genoemd). Dat mogen nu echter alleen nog privépersonen doen voor eigen studie of privégebruik. Wel mogen bibliotheken een preserveringskopie maken van werken uit hun eigen collectie, mits het origineel dreigt te vervallen. Ook mogen digitale werken in hun collectie geconverteerd worden om ze met nieuwe software raadpleegbaar te kunnen houden. Voor foto’s die in het kader van het onderwijs door studenten worden gemaakt, doet de mediatheek er goed aan om met hen expliciet vast te leggen dat de foto voor het onderwijs mag worden gebruikt en opgenomen mag worden in een (analoge/digitale) databank. Zijn de foto’s door docenten in het kader van hun dienstverband gemaakt, dan heeft de onderwijsinstelling het auteursrecht erop en kan de mediatheek er zeer waarschijnlijk vanuit gaan dat opname in een collectie voor gebruik in het onderwijs is toegestaan.
Het uploaden van video’s naar een server betekent dat ze worden gekopieerd en als digitaal bestand worden opgeslagen en openbaar gemaakt. Zijn de video’s legaal aangeschaft voor de collectie van de bibliotheek, dan mogen ze op een intranet binnen de muren van de bibliotheek beschikbaar worden gesteld voor het publiek.
Gaat het om een fysieke collectie van legaal aangeschafte videofilms, dus opgeslagen op materiële dragers zoals DVD, CD's of videoband, dan mogen deze ook bekeken worden.
Gebruiksvoorwaarden op deze videofilms kunnen het bekijken buiten de huiselijke kring echter verbieden, zie ook de uitzonderingen voor het onderwijs bij 'basiskennis'. Het digitaal beschikbaar stellen van videofilms is niet zomaar toegestaan; er is dan sprake van een nieuwe openbaarmaking waarvoor toestemming verkregen moet worden.
Ja, mits het gaat om een papieren artikel, het uitlenen beperkt is in tijd en de bibliotheek daarmee geen 'winst' maakt. Uitleen wordt weliswaar aangemerkt als een vorm van openbaarmaking, maar een gedrukt artikel mag toch worden uitgeleend door een bibliotheek. Uitleen wordt gedefinieerd als 'het voor beperkte tijd en zonder (in)direct economisch of commercieel voordeel voor gebruik ter beschikking stellen door een voor het publiek toegankelijke instelling'. Er is geen sprake van inbreuk indien aan de rechthebbende een billijke vergoeding wordt betaald. Onderwijs- en onderzoeksinstellingen zijn vrijgesteld van het betalen van leengeld. Het online leveren van een elektronisch artikel valt niet onder uitleen en is derhalve niet toegestaan.
De wetgever maakt een uitzondering voor mensen met een handicap. Bibliotheken mogen in bepaalde gevallen kopieën maken en deze aan gehandicapten beschikbaar stellen. Deze uitzondering geldt alleen als er sprake is van direct verband met de handicap, dit noodzakelijk is wegens de handicap en als er geen commercieel belang is. Wel is een billijke vergoeding aan de maker verschuldigd. Het is echter nog lang niet duidelijk wat precies als een handicap moet worden beschouwd en wanneer er sprake is van de genoemde 'noodzaak'.
Ja, bibliotheken mogen onder bepaalde voorwaarden wetenschappelijk materiaal voor 'verval behoeden'.
De wet geeft in artikel 16n nauwkeurig de grenzen voor het maken van een 'preserveringskopie'. Het mag alleen voor de restauratie van een exemplaar, voor het voorkomen van verval van het exemplaar van het werk, of om een exemplaar van het werk raadpleegbaar te houden als de technologie in onbruik raakt. Informatie die bijvoorbeeld is opgeslagen op floppy discs kan op cd-rom of andere opslagmedia worden gezet. Daarnaast moet het oorspronkelijke exemplaar waar de bibliotheek over beschikt rechtmatig (dus niet illegaal) zijn verkregen. Over het beschikbaar stellen van de preserveringskopie aan gebruikers moeten overigens wel afspraken met de auteursrechthebbende worden gemaakt. Volgens de wetgever is dit alleszins redelijk met het oog op bescherming van hun belangen.