Publiceren eigen werk

Wie heeft het auteursrecht op een (wetenschappelijke) publicatie?
Publiceren met volledig behoud van auteursrecht
Publiceren met gedeeltelijk behoud van auteursrecht
Publiceren met volledige overdracht van auteursrecht
Auteursrechten op boeken van hogeschool of universiteit
Citeren en bronvermelding

Wil je een (wetenschappelijk) artikel, proefschrift of boek publiceren? Op deze pagina vind je uitleg over het auteursrecht op je eigen werk. Ook gaan we in op het al dan niet overdragen van je auteursrecht als je dat werk gaat publiceren.

Wie heeft het auteursrecht op een (wetenschappelijke) publicatie?

De maker van een werk krijgt volgens de Auteurswet automatisch het auteursrecht op dat werk. Er is één belangrijke uitzondering op deze regel, namelijk als het werk in dienstverband wordt gemaakt. Artikel 7 van de Auteurswet (over het werkgeversauteursrecht) zegt: “Indien de arbeid, in dienst van een ander verricht, bestaat in het vervaardigen van bepaalde werken van letterkunde, wetenschap of kunst, dan wordt, tenzij tussen partijen anders is overeengekomen, als de maker van die werken aangemerkt degene, in wiens dienst de werken zijn vervaardigd”.

Hogescholen en universiteiten hebben volgens de wet en de cao in beginsel het auteursrecht op het werk en de creaties van medewerkers. In de praktijk echter wordt vaak de medewerker als rechthebbende gezien. Het is mogelijk om in onderling overleg en bij voorkeur schriftelijk, afspraken te maken met je eigen instelling over het auteursrecht op je (onderzoeks)publicaties.

Auteursrecht op een publicatie met meer auteurs

Bij wetenschappelijke publicaties met meerdere auteurs is er meestal sprake van gezamenlijk auteursrecht. Voor alles wat met de publicatie wordt gedaan, is toestemming nodig van de coauteurs. Je hoeft echter geen rekening met coauteurs te houden als je eigen werk een deel is van een gezamenlijk werk waarbinnen de werken bij elkaar horen. Deze werken moeten aan elkaar aangepast en te scheiden zijn. Denk bijvoorbeeld aan hoofdstukken in een handboek. Waar het op aankomt, is dat de individuele bijdragen van de verschillende auteurs nog te onderscheiden zijn.

Publiceren met volledig behoud van auteursrecht

Eigen beheer

Als je het auteursrecht op je eigen publicaties wilt behouden, kijk dan of je de publicatie in eigen beheer kan publiceren. Informeer naar de mogelijkheden binnen je eigen instelling, bijvoorbeeld bij het Auteursrechten Informatiepunt (AIP) .

Open Access

Een andere optie is om je werk Open Access te publiceren. Open Access staat voor vrije toegang tot en vrij gebruik van materiaal. Aan (her)gebruik zijn wel twee belangrijke voorwaarden verbonden: correcte bronvermelding en het eerbiedigen van het persoonlijkheidsrecht van de auteur. Een veel voorkomende manier om Open Access te publiceren is door middel van het gebruikmaken van een Creative Commons licentie.

Creative Commons-licentie

Met een CC-licentie geef je anderen de mogelijkheid om je publicatie te gebruiken op een manier die je zelf kiest. Je behoudt al je rechten, maar geeft anderen toestemming om je werk te verspreiden, met derden te delen of zelfs - bij sommige CC-licenties - te bewerken.

Publiceren met gedeeltelijk behoud van auteursrecht

Als publiceren met volledig behoud van auteursrecht niet mogelijk is, probeer dan een deel van je auteursrechten te behouden. Je onderhandelt hierover met de uitgever en gebruikt een addendum of een licentie.

Een addendum is een bijlage bij een contract. Sommige instellingen hebben een eigen addendum om bij het contract van een publicatie op te nemen. Informeer hiernaar bij je eigen  AIP.

Een licentie is een formele toestemming om iets te doen. Er zijn twee verschillende soorten licenties die je aan de uitgever kan geven:

  • Een exclusieve licentie (gebruiksrecht) op (een deel van) het materiaal. Je draagt hierbij het auteursrecht niet over. De uitgever mag met het materiaal alleen doen wat is afgesproken. Vanwege de exclusiviteit van de licentie, mag je de gebruiksrechten niet meer aan anderen verlenen.
  • Een niet-exclusieve licentie. Ook hier draag je het auteursrecht niet over. De uitgever mag alleen die dingen met je materiaal doen, die in de overeenkomst zijn omschreven. De niet-exclusiviteit laat de mogelijkheid open dat je deze gebruiksrechten ook aan anderen verleent.

Publiceren met volledige overdracht van auteursrecht

Soms ontkom je er niet aan om een werk te publiceren bij een uitgever die om overdracht van (een deel van) je auteursrechten vraagt. De uitgever krijgt daarmee het recht om jouw werk te exploiteren, dat wil zeggen om het openbaar te maken en te verspreiden (verveelvoudigen). Het overdragen van auteursrecht moet altijd schriftelijk gebeuren; de uitgevers gebruiken hiervoor meestal een standaardcontract. Gewoonlijk staat in dit contract ook wat je zelf nog met je eigen publicatie mag doen. Bijvoorbeeld wel of niet opnemen op je eigen website of een institutionele repository, gebruiken voor lesdoeleinden of deze aanpassen om er een nieuwe publicatie van te maken.

Bronvermelding : deze afbeelding is gebaseerd op de eerste drie kolommen in het schema van de Radboud Universiteit in Nijmegen: Eigen publicaties – Universiteitsbibliotheek (ru.nl). Wat mag ik met mijn publicatie doen?

Indien je zelf het auteursrecht hebt behouden, bijvoorbeeld door het werk Open Access te publiceren, dan kun je zelf bepalen wat je met je werk doet. Je kunt het zonder beperkingen verspreiden, bijvoorbeeld via je eigen website of een repository of je kunt het voor lesdoeleinden gebruiken.

You share, we take care

In 2015 namen de Tweede en Eerste Kamer het amendement van Taverne aan. Dit werd artikel 25fa van de Nederlandse Auteurswet: een auteur van een kort wetenschappelijk werk mag dat na een redelijke termijn open beschikbaar stellen, mits het werk gebaseerd is op onderzoek dat minimaal gedeeltelijk met overheidsgeld is bekostigd.

Elke auteur van wetenschappelijk werk heeft dit recht; je hoeft dus geen corresponderende auteur of eerste auteur te zijn om er gebruik van te maken. Het open beschikbaar stellen kan bijvoorbeeld via een institutionele repository of een persoonlijke website.

In 2019 lanceerde de Vereniging van Universiteiten (UNL) het landelijke project ‘You share, we take care’ waarvoor het Nationaal Programma Open Science het amendement uitwerkte in praktische uitgangspunten. Die zijn als volgt: de uiteindelijk gepubliceerde versie van een artikel, conferentiebijdrage of boekhoofdstuk in een verzamelbundel mag zes maanden na de eerste online verschijning open beschikbaar worden gesteld, ongeacht eventuele beperkende richtlijnen van uitgevers. Inmiddels zijn ook de universitair medische centra (umc’s) aangehaakt bij dit landelijke project.

Sommige universiteiten ondernemen stappen om openstelling van wetenschappelijke werken op basis van artikel 25fa Auteurswet de standaard te maken (opt-outregeling).

Met de pre-print- en post-printversie van je artikel kun je meer doen. Het auteursrecht op die versies behoud je meestal zelf. Op de website Sherpa/Romeo vind je informatie over de voorwaarden van uitgevers en de rechten die auteurs hebben om een artikel vrij toegankelijk op hun eigen website te zetten of in een repository te plaatsen.

Auteursrechten op boeken van hogeschool of universiteit

In beginsel heeft de hogeschool of universiteit het auteursrecht op publicaties die geschreven worden door docenten of onderzoekers. In de praktijk blijkt dit complexer, vooral omdat de instelling de publicaties zelden zelf uitgeeft. Boeken worden meestal door een commerciële uitgever gepubliceerd. Het is belangrijk om met alle partijen vooraf goede afspraken te maken en vast te leggen.

Citeren en bronvermelding

Als je een wetenschappelijke publicatie schrijft is het onvermijdelijk dat je werk van anderen gebruikt. Het is belangrijk om je hierbij aan het auteursrecht te houden. Materiaal van een ander kun je zonder toestemming gebruiken als je citeert.

Voorwaarde is dat een citaat:

  • een doel dient. De wet noemt de volgende doelen: een aankondiging, een beoordeling, een polemiek of een wetenschappelijke verhandeling;
  • proportioneel is; je mag niet meer citeren dan nodig;
  • de bron (waaronder de naam van de maker) wordt vermeld;
  • uit een werk komt dat rechtmatig openbaar is gemaakt.